Vrijdagavond laat. In het pikdonker rij ik terug naar huis. Raampje open, muziek zacht aan, grote glimlach op mijn gezicht. Ik neem de omweg. Niet dwars door de stad. Maar er omheen, door het bos. Met groot-licht aan voelt iedere autorit als een avontuur.
Ik voel me fantastisch. Opgeladen. Vol energie.
Maar tegelijkertijd is er ook angst. Een soort onbestemd gevoel dat knaagt tussen mijn ribben. Een diepgewortelde angst die ik maar al te goed ken. Ik wil voluit leven. Voluit geven wat ik te geven heb. Maar ik ben doodsbang.
Ik ben op de terugweg van mijn Vadervuur-training. In een pittige avond hebben de vaders onderzocht wat hun grootste verlangen is in de relatie met hun vrouw of vriendin. Want die relatie staat onder druk als je kinderen hebt. Zeker als ze jong zijn. En dan is het niet altijd gemakkelijk om de rust te vinden om elkaar op te zoeken, te praten over wat belangrijk is of om elkaar te beminnen.

Een warme dag en een grote plas water. Dan moet je gewoon springen toch? Niet lang wachten, tobben of twijfelen. Maar een aanloop nemen en gaan. Zodat je met een flinke plons in het water terecht komt. En in één keer door bent. Klaar om te zwemmen.
Soms lukt het gewoon niet. De kamer is een explosie van niet opgeruimde ontbijtspullen, uitgetrokken pyjama’s en overhoop gegooide duplo. Je peuter zit er huilend tussen. En misschien doet zijn kleine zusje, dat je net even in de box had gezet, nog wel mee ook. Je pakt de kleverige pot pindakaas en zet die met een harde klap in het keukenkastje. En daardoor valt de hagelslag, die je net had opgeruimd, weer uit het kastje. Met de verkeerde kant naar beneden. Je kijkt op de klok. Kwart voor 9. Een lange dag is begonnen.
Harry Potter is een wees. Net als Frodo Balings, Pluk van de Petteflet en Sofie uit de GVR. Sneeuwwitje en Assepoester hebben een vader die hen overlaat aan een boze stiefmoeder. Klein Duimpje en Hans en Grietje worden door hun beide ouders achter gelaten in het bos. En zelfs in de oudste verhalen uit de bijbel en de Griekse oudheid zijn maar weinig betrouwbare vaders te vinden. Abraham wil zijn zoon Izaäk offeren. Odysseus is de eerste twintig jaar van het leven van zijn zoon Telemachos bezig met oorlog voeren en de weg terug naar huis te vinden.