Vanaf het moment dat je erachter komt dat je vrouw of vriendin zwanger is kom je terecht in een wereld waar vrouwen de dienst uit maken. Het voelt als Alice die in het konijnenhol valt en op een plek landt waar niets is zoals het lijkt: Wonderland. Je kijkt om je heen. Eerst zie je dat alle kleuren verdwenen zijn en er alleen maar eindeloos veel tinten van blauw en roze zijn overgebleven. En als je ogen daaraan gewend zijn, valt het je op dat waar je ook komt er bijna geen man te vinden is.
Terwijl de buik van je partner groeit, je je baby in je armen hebt en je kind op ziet groeien, ga je het normaal vinden. Gesprekken die je voert over je kinderen heb je met vrouwen. De professionals – van de verloskundige tot de kraamhulp en van de consultatiebureau-arts tot de juf op school – zijn vrouwen. En verder praat je vooral met je vrouw, een vriendin, de buurvrouw of je (schoon)moeder over je kind. Het zal wel zo horen, denk je.
Toch knaagt er af en toe iets. Je bent een vader en merkt dat dat niet hetzelfde is als een moeder. Je hebt misschien geen woorden voor wat dat verschil dan precies is. Maar je vraagt je af en toe af hoe al die andere vaders dat eigenlijk doen met hun kinderen. Waar genieten zij van en hoe gaan zij om met hun frustraties?
Je had misschien wel eens een baby vastgehouden. Van een vriend of van je zus. Waarschijnlijk wat stijf en ongemakkelijk, bang om het tere nekje te breken of het hoofdje ergens tegenaan te stoten.
Ik ben absoluut geen ster in het spelen met kinderen. Tenminste, niet als het gaat om leuke dingen te doen met hun speelgoed. De houten treinbaan kon me even boeien, net als alle Lego die er de afgelopen jaren binnen is gekomen, maar echt lang duurt mijn speelplezier niet. Roos vraagt vaak om rollenspellen: ‘Mag ik je poesje/hondje/aapje/babytijger zijn?’ Daar krijg ik al helemaal de kriebels van. Ik lees liever een boek voor of ga pannenkoeken met ze bakken.
Iedere vader vult het vaderschap op zijn eigen manier in. We zoeken dingen uit, modderen wat aan, proberen dingen opnieuw. We lachen, schelden, rennen, vallen en staan weer op. We genieten van onze kinderen en af en toe plakken we ze achter het behang.
Nu de dagen korter worden en de temperatuur omlaag schiet, wil ik eigenlijk alleen nog maar dit: storm buiten, een knetterende open haard, de kinderen spelend in mijn buurt, terwijl ik een een fijne stoel voor me uit staar en af en toe een bladzij lees in het laatste boek van Haruki Murikami. Warme chocolademelk erbij en later een glas mooie rode wijn.