Woensdagavond. Half acht. Ik werd steeds stiller. Om me heen waren zo’n veertig mensen druk aan het praten, vol energie, zin in de avond. Ik nam nog een slok thee en wachtte af.
Eerder die avond om half zeven, bij ons in de badkamer, vroeg Wendy wat ik wilde vertellen tijdens mijn pitch. Ik pakte mijn briefje, las het voor. Ze keek me aan. ‘Dat is niks. Gooi dat briefje maar weg.’ Ik slikte. ‘Je moet gewoon vertellen waarom je dit doet. Waarom je De Praktijkvader zo fantastisch vindt.’ Het was tijd voor de pitch. Wendy glimlachte naar me. Showtime!